In november 2021 kwam er een einde aan de ‘terugdraaiende meter’. In Brussel heeft dat concept eigenlijk nooit echt bestaan. De energieproducenten hebben altijd elektronische meters gebruikt die niet ‘terugdraaien’, maar die zowel het verbruik als de injectie van elektriciteit registreren.

Einde van het compensatieprincipe

Voor klanten met een productie-installatie van maximaal 5kVA werd tot nog toe voor de opmaak van hun energiefactuur de hoeveelheid in het net geïnjecteerde elektriciteit in mindering gebracht van de hoeveelheid afgenomen energie.

Dat noemden we het compensatieprincipe. De overtollige stroomproductie die je in het net injecteerde, werd ‘virtueel’ in mindering gebracht van de elektriciteit die je van het net afnam. In de plaats van die methode kwam er een uniformere benadering.

Billijkheid staat centraal in het nieuwe systeem

Of je nu zonnepanelen hebt of niet, voortaan draagt iedereen op een billijkere manier bij in de kosten van het net.

  • Je betaalt de energiekosten voor al de elektriciteit die je van het net afneemt, ongeacht de elektriciteit die je injecteert.
  • Je betaalt de netkosten - de transmissie- en distributiekosten - op al de elektriciteit die je van het net afneemt, ongeacht de elektriciteit die je injecteert.
  • Je leverancier kan de stroom overkopen die je injecteert in het net.

Een meer verantwoord energiegebruik

Dat nieuwe systeem moedigt ook duurzamere praktijken aan op het vlak van energieproductie. Kies voor zelfverbruik in de plaats van de geproduceerde elektriciteit aan de leverancier te verkopen. Dat is namelijk voordeliger. Door je verbruik aan te passen sla je twee vliegen in één klap: je bespaart op je elektriciteitsfactuur en je neemt actief deel aan de energietransitie.